Duizend-en-één-gedachten. Dit denk je op een festi

Duizend-en-één-gedachten. Dit denk je op een festivalcamping

birgit
Birgit Roobol - 4 juni 2018

Een goed hardstyle feestje werkt over het algemeen beter dan een jaar lang yoga, mediteren of redelijk wat bezoekjes aan de psycholoog. Het is een heerlijk gevoel om je hoofd leeg te kunnen maken op de maat van de muziek. Moet je nagaan als je ‘m het hele weekend doortrekt. En bij een heel weekend diehard festivallen hoort natuurlijk een festivalcamping. Maar ook tijdens een weekender kunnen er nogal wat dingen door je hoofd zweven. Dit denk je op een festivalcamping. Herkenbaar?

Vol excitement sta je met je hele hebben en houwen voor de heilige poorten van de festivalhemel. It’s about to begin. Alleen hoe ga je in godsnaam al die tassen, koffers, koelboxen, tenten en andere troep op z’n plek krijgen?

Als je dan eindelijk een goed plekje hebt bemachtigd, is het tijd om je tent op te zetten. Haringen, tentstokken, check, waar is dat zeil? Shit, hoe werkt dit ook alweer?

Maar als ‘ie dan eenmaal staat. The weekend is on. Puur genieten. Vooral als je je buurman nog steeds ziet struggelen. *evil laugh*

Ook vorig jaar zo’n leuk rood Defqon.1 tentje bemachtigd? Dan heb je dit sowieso al tien keer gedacht: “Ik ben mijn tent kwijt. Hij is rood, en met een Defqon.1 logo. Heb jij ‘m gezien?”

Maar natuurlijk ook met iedere andere tent denken: “Hey, yes, dit is mijn tent!” En dat het ‘m dan keer op keer niet is.

Op vrijdagmiddag doe je natuurlijk je uiterste best om een zo goed mogelijk plekje te bemachtigen. Maar soms heb je pech, en beland je op een campingveld ver van het festivalterrein af. Sommige festivalkampeerders verzinnen de meest creatieve oplossingen om zo dicht mogelijk bij het terrein te staan. Ze bouwen hun tent schots en scheef op in de bosjes of in een enorme kuil. Nou, wij hebben in ieder geval geregeld gedacht: “God, wat ben ik blij dat ík niet in die greppel lig.”

Als het heeft geregend (Defqon.1, *ahum*) en je probeert op dat modderige campingveld niet op je bek te gaan. #mudsurvivalrace

Na zo’n heerlijke festivaldag pakken sommigen nog weleens een aftertje. Of een, twee, drie. Maar meestal breekt de tijd toch ooit aan dat je je slaapzak induikt. Eindelijk lig je in je tent, helemaal klaar om te gaan slapen. Moet je ineens vet nodig plassen. Kúúúút.

Je trekt je tien lagen kleding weer aan, schoenen aan.

Sta je dan, midden in de nacht, in de rij voor een ranzige Dixie. En die aanstaarsessies van de mensen naast je in de rij maken het er niet veel beter op.

Terug in je tent. Je bent inmiddels best wel moe, maar het lijkt wel alsof je je tent in fucking Diergaarde Blijdorp hebt opgezet in plaats van op een festivalcamping. Waar komen in godsnaam al die dierengeluiden vandaan?

“EN ROT OP MET JE FUCKING TERROR!!!!!!! IK PROBEER HIER TE SLAPEN!!!!!!!”

Eindelijk ben je in slaap gevallen. Schrik je ineens wakker van een vreemde die je tent openritst en vragend naar binnen kijkt. Godverdomme. “NEE! DIT IS NIET JOUW TENT!”

Uiteindelijk heb je nog anderhalf uur om te slapen. Je nachtrust wordt dus eerder een soort powernap. Oh, en natuurlijk heb je het de hele nacht ijskoud.

En de volgende dag word je door de zon keihard je tent uitgebrand. Ook goedemorgen.

Tijd om je klaar te maken voor een nieuwe dag vol avonturen. Aan energie alle gebrek, maar blijkbaar ook aan al je spullen. Hoe het mogelijk is in een tent van twee bij twee weten we niet, maar je bent de hele tijd alles kwijt. “Waar is mijn shirt?”, “Waar is mijn borstel?” en “Waar is mijn tas?”.

Met z’n allen tandenpoetsen aan zo’n waterbak in het toiletgebouw be like…

En natuurlijk het beruchte campingontbijtje. Je hebt jezelf een klein beetje opgelapt, en nu moet je toch echt eten. Je hebt energie nodig voor een nieuwe festivaldag, maar zelfs na drie flessen water is je bek nog gortdroog en klinkt een broodje niet heel aantrekkelijk. Breakfast on the campside be like…

Op zondagavond struin je terug naar je tent en kijk je om je heen. Van die nette, kleurrijke, gezellige festivalcamping is helemaal niets meer over. Kapotte tenten, afval, wandelende partytenten, gekkies en wilde afters everywhere; het is een grote teringzooi.

Het is zondagavond, 00.30 uur. Het festival is nu echt over, maar daar wil je nog lang niet aan toegeven. Gelukkig sta je op de camping en zijn er genoeg mensen die zin hebben om met het laatste restje energie nog één keer tot de max te gaan. Spijt komt later wel.

Na een wild weekend vol te gekke dj’s, bijzondere avonturen, huil- en lachbuien en herinneringen voor het leven, word je wakker in een tent waar een bom ontploft is. Het is maandag. Je bent helemaal naar de klote. En om de kater nog eens erger te maken: het is nu echt allemaal voorbij. En hoewel het voelt alsof je in plaats van naar huis, zometeen naar je eigen crematie moet, moet je nog wel even al je zooi opruimen. Spullen inpakken, troep weggooien, tent opruimen, je vrienden van de grond rapen. Precies waar je zin in hebt op zo’n brakke maandagmorgen.

De festivalcamping. We vervloeken ‘m, maar houden tegelijkertijd ook zoveel van haar te gekke avonturen. En ook al denk je op maandagochtend: dit nooit meer. Je staat er toch, ieder jaar weer.

Op welke festivalcamping ben jij dit jaar te vinden?

1001-gedachten